De hoorn

De beker van de hoorn is aanzienlijk groter en anders van vorm dan die van de trompet. Je bespeelt de hoorn met je linkerhand en de beker wijst naar achteren. Het meest gangbare type is de B♭-hoorn. Tegenwoordig is een combinatie van twee hoorns in één instrument gebruikelijk, namelijk de dubbelhoorn (F - Bes). Dit is het standaard instrument in professionele symfonieorkesten, maar in blaasorkesten worden ze ook steeds meer gebruikt. De hoorn heeft drie draaiventielen, maar er kan ook nog een stopventiel op zitten, wat het totaal tot vier maakt. Bij een dubbelhoorn kan men schakelen tussen de twee hoorns door middel van een soort trigger (duimventiel). De hoorn heeft een mooie sonore klank, maar kan ook scherp en stevig klinken.

Je kunt beginnen met hoorn spelen als je ongeveer 7 jaar bent en je je voortanden gewisseld hebt. Omdat de hoorn voor kleinere kinderen meestal nog te groot is, bestaat er een speciale kinderhoorn, die beter hanteerbaar is en het mogelijk maakt om beter met het instrument te kunnen zitten.